Brood en spelen

Onlangs heb ik mij weer eens heerlijk overgegeven aan een guilty pleasure: ik keek naar “15 jaar Muziekfeest op het Plein” (AvroTros). Ik ben dol op Nederlandstalige liedjes en kan enorm genieten van mensenmassa’s die meedeinen op de muziek en uit volle borst meezingen. Niet dat ik daar tussen zou willen staan, daar ben ik veels te claustrofobisch voor en ik ben niet gediend van het vaak harde geluid. Maar het is fantastisch om het plezier van de artiesten en het publiek van het beeldscherm te zien spatten.

Dit jaar is er natuurlijk door covid-19 niet zo’n muziekfeest mogelijk. Het drong opeens weer extra tot mij door hoe afschuwelijk dat is. Voor de artiesten om niet op die manier te kunnen optreden, maar ook voor de mensen die graag naar zo’n muziekfestijn toe gaan. Het is een geweldige en veilige manier om energie kwijt te raken (en ook meteen weer nieuwe energie op te doen). Als dat niet mogelijk is, moet op een andere manier de druk van de ketel. Voor je het weet, neemt het risico op rellen, vandalisme en dergelijke toe. “Het volk” heeft iets nodig om tevreden te blijven. Niet voor niets is een bekende uitspraak “geef ze brood en spelen”, een uitspraak die wordt toegeschreven aan de Romeinse dichter Juvenalis.

In de oorspronkelijke taal, Latijn, luidt die uitspraak “Panem et circenses” en dan is het bruggetje naar De ballade van slangen en zangvogels snel gelegd. Dit boek is geschreven door Suzanne Collins. Ja inderdaad, de schrijfster van de dystopische trilogie over de Hongerspelen. De Ballade (uitgegeven bij Unieboek Het Spectrum – Van Goor) is eigenlijk de voorloper op de trilogie. Ook hier is de setting weer Panem, oftewel Noord-Amerika na “de oorlog”. Panem bestaat uit 12 Districten en het Capitool. Het Capitool heeft de volledige leiding over heel Panem in handen. In dit boek staat de ontwikkeling van Coriolanus Snow centraal, een personage uit het Capitool dat zeer zeker later in de drie al bestaande boeken een bepalende positie inneemt.

Snow, in dit boek 18 jaar oud, wordt uitverkozen om mentor te zijn voor één van de tributen tijdens de Tiende Hongerspelen. Hij hoopt hoge ogen te gooien, zodat zijn wens om naar de universiteit te gaan, vervuld kan worden. Het is dan ook even behoorlijk slikken als hij de vrouwelijke tribuut uit het minste van alle districten (District 12) moet begeleiden.

Eén van de opdrachten voor de mentoren uit het Capitool tijdens de tiende editie van de Hongerspelen is het schrijven van een opstel over het “mooie van de oorlog” met daarbij aandacht voor de 3 C’s: Chaos, Controle en Contract. Wat zou er van de mensheid overblijven zonder leiding en sturing? Is het niet logisch dat er controle nodig is om chaos te voorkomen? En dat leidt er dan bijna automatisch toe dat er afspraken nodig zijn om die controle effectief te laten plaatsvinden, een sociaal contract.

Een eeuwigheid geleden, tijdens mijn middelbare schooltijd, lazen wij voor Engels de roman Lord of the Flies (in Nederlandse vertaling bekend als Heer der vliegen) van William Golding. Ik weet mij niet veel meer van dit boek te herinneren (behalve dat het op mijn eindeloze lijst staat van boeken die het waarschijnlijk waard zijn om herlezen te worden 😉 ), maar wat zeker is blijven hangen is het verontrustende gevoel over de chaotische toestand die ontstaat als door omstandigheden een stel jonge mensen/kinderen met elkaar moeten zien te overleven. Zij moeten met elkaar een nieuwe maatschappij vormen en dat blijkt niet zo eenvoudig. Wie neemt de leiding en waarom zouden de anderen dat accepteren? Wat is er nodig om met elkaar tot een werkbare situatie te komen? En is dat eigenlijk überhaupt haalbaar? Verworden wij onherroepelijk tot beesten als de bovenlaag van controle, gezag en discipline wegvalt?

En in hoeverre zijn “wij” echt in staat om goede beslissingen te nemen? Zijn wij niet allemaal (deels) het product van onze opvoeding, onze maatschappij, de normen en waarden die wij dagelijks om ons heen zien en waarvan wij misschien soms vrij klakkeloos aannemen dat die normen en waarden correct zijn? Hoe kunnen wij dan een oordeel vellen over een ander persoon, die in een andere omgeving en onder andere omstandigheden is opgegroeid? Of is er dan toch zo iets als een universele waarheid?

Dit zijn allemaal vragen die ook tijdens het lezen van De ballade van slangen en zangvogels naar boven komen. Bij mij, als lezer, is het effect daarvan hoogstwaarschijnlijk anders en genuanceerder dan bij Coriolanus Snow. Voor hem is de hele situatie nogal verwarrend. Hij redeneert sterk vanuit een eigen overlevingsstrategie en ergert zich aan de opstelling van zijn opgedrongen vriend Sejanus. Sejanus lijkt altijd het goede te willen doen, niet alleen voor zichzelf maar ook voor anderen en zijn omgeving. Dat maakt Snow nerveus, ook omdat hij die instelling uit zichzelf en zijn achtergrond niet begrijpt (en misschien ook niet kán begrijpen).

Natuurlijk kun je De ballade van slangen en zangvogels net zoals de Hongerspelen, Vlammen en Spotgaai, gewoon lezen als een spannend verhaal. Spannend en ongebruikelijk is het zeker. Tijdens het verhaal krijg je steeds meer achtergrondinformatie over de donkere oorlogsjaren, over de periode daarna, over het ontstaan en in stand houden van de Hongerspelen en over de ontwikkeling van de vogelsoort Spotgaai. Je hoeft ook niet bang te zijn dat Snow opeens een hele sympathieke man wordt, die zelf onschuldig slachtoffer is van de omstandigheden. Bovenal blijft het familiemotto gelden: Sneeuw Komt Er Altijd Bovenop.

Maar ik blijf de meerwaarde van deze Ballade en de trilogie toch echt zien in het ongemakkelijke gevoel dat je er als lezer aan overhoudt voor het hier en nu. Welke keuzes zou jij maken? Aan welke kant van het hek zou jij uitkomen? Wat maakt jou zoals je bent? Een intrigerend thema, in alle omstandigheden en in alle tijden.

Veel leesplezier!

theonlymrsjo

Eens in de zo veel tijd vind ik het fijn om YA-dystopische boeken te lezen. Ik schreef al eens eerder een blogpost over mijn redenen.

Leave a reply:

Your email address will not be published.