Het licht zien

Na een aantal jaar bloggen val ik wel eens in herhalingen. Zo heb ik wel vaker gezegd dat hoe beter of mooier een boek is, des te lastiger het schrijven van een enigszins samenhangende blogpost is. En ook heb je al meerdere keren voorbij zien komen dat ik soms haast liever niet over een bepaald boek schrijf omdat ik denk dat ik met mijn woorden nooit voldoende recht kan doen aan de schoonheid en de impact van het gelezene op mij. Ik zit op die momenten dan ook helemaal niet op kritisch tegengas van anderen te wachten (terwijl het principe van een lees- & leefblog juist de onderlinge interactie is via de diverse sociale media). Je voelt ‘em zeker al aankomen; het is weer zo ver. Ik las een boekje dat iets in mij heeft geraakt, iets dat tot diep tot in mijn vezels is doorgedrongen. Zo’n roman waarvan ik zó van elk hoofdstuk, elke beschrijving en elke overweging heb genoten, dat ik eigenlijk niet meer weet hoe ik dat moet verwoorden.

Dit keer overkwam mij dat met Het lichtje in de verte van Antonio Moresco, in Nederlandse vertaling uitgegeven bij Uitgeverij Oevers.

Al vanaf de allereerste zin is duidelijk dat het geen simpel verhaaltje wordt. Een man, zonder naam en zonder duidelijke leeftijd maar overduidelijk niet meer de allerjongste, bericht ons als lezers meteen dat hij naar het afgelegen en uitgestorven dorp is gekomen om te verdwijnen. Het waarom is (en wordt) niet helemaal duidelijk en het hoe en wanneer blijkt ook niet zo eenvoudig. In dat verlaten bergdorp in Italië, waar hij nog de enige bewoner is, leeft hij heel dicht bij en met de natuur. Hij observeert, hij analyseert en hij stelt vragen, veel waarom-vragen (ook aan zichzelf). Hij vraagt aan de bomen waarom zij groeien, hij begrijpt door het veranderde vliegpatroon van de zwaluwen dat er een nieuw seizoen gaat aanbreken, hij laat zijn pad verlichten door de vuurvliegjes.

Hoewel hij toe is aan verdwijnen, is hij toch nieuwsgierig naar het lichtje in de verte, aan de andere kant van het dal, dat ’s avonds laat elke dag weer aan gaat. Wie woont daar dan, net zo afgelegen als hijzelf of misschien nog meer afgezonderd? Hij gaat op onderzoek uit. Dit klinkt heel actief en dat is het ook wel, maar je beweegt als lezer volledig mee in het tempo van de man. En dat tempo is rustig aan. Rustig de berg af naar het dorp om wat inkopen te doen, zigzaggend de berg op om de bron van het lichtje te vinden.

En hij vindt die bron. En meer dan dat. Hij treft daar een bijzonder jongetje aan, dat zelf voor zijn huishouden zorgt, keurig gedisciplineerd zijn taken en huiswerk doet, in volledige afzondering van ouders of andere mensen om hem heen. Er ontstaat een bijzondere vriendschap tussen het jongetje en de man. De man wil meer over het leven van de jongen weten en gaat op onderzoek uit. Tegelijkertijd besteedt de jongen tijd aan het prepareren van een eigen plek waar de man uiteindelijk ook bij hem kan zijn. Meer kan ik er eigenlijk niet over schrijven zonder al te veel prijs te geven. Dat zou jammer zijn, want het zelf meebewegen in het verhaal is nu juist zo mooi.

Het klinkt misschien allemaal niet zo spectaculair, bijna een soort Het Kerstfeest van twee domme kindertjes van W.G. van der Hulst. Maar oh, zo’n clichématig verhaaltje (op zijn tijd best lekker om te lezen 😉 ) is het zeker niet! De sfeer in Het lichtje in de verte doet af en toe wel sprookjesachtig aan, maar het is veel echter, veel concreter en tegelijk ook veel filosofischer. Er is zelfs een heel hoofdstuk gewijd aan een filosofische verhandeling over de wereld en haar functioneren in het geheel. Ik weet eigenlijk niet eens zeker of ik alles uit deze roman wel begrepen heb. Het aparte is dat dat niet uitmaakt. Het is een boekje waar je nog lang in gedachten mee bezig kunt zijn. Wat overheerst, althans voor mij, is het voorzichtige, het liefdevolle aftasten, het langzaam steeds een stapje dichterbij komen, bij elkaar en bij het besef wat het betekent. En weten dat het goed is. Ik merkte tijdens het lezen en zelfs nu, tijdens het schrijven van deze blogpost, dat ik af en toe mijn adem inhield om vervolgens bevrijd te kunnen uitademen door het precieze, het lieflijke, het menselijke van het verhaal.

Zo’n boek schrijven vind ik al een hele prestatie. Maar wat dacht je van de uitdaging om het te vertalen? Ik vind dat Nini Wielink er uitermate goed in geslaagd is in haar zeer leesbare vertaling niets verloren te laten gaan van de sfeer en de stijl. Daarom ben ik ook helemaal niet verbaasd (maar wel verheugd) dat dit boek is opgenomen op de longlist voor de Europese Literatuurprijs 2021.

Bij de mooie beschrijvingen van de natuur en natuurverschijnselen, de sfeerimpressies door het opvoeren van vogels en insecten, van plantjes, bloempjes en bomen moest ik terugdenken aan Mijn wilde tuin (Aantekeningen van een wildtuinier) van Meir Shalev (uitgegeven bij Ambo Anthos). Shalev weet aan de hand van wat er in zijn tuin te zien en te doen valt, niet alleen maar heel veel informatie over bloemen, bomen en struiken te geven, maar met name ook zijn scherpe analyses over onderwerpen als volksaard, mentaliteit en onderlinge menselijke verhoudingen. Net als Moresco weet Shalev dus via zoiets onschuldigs als de natuur, ons scherp te houden en aan het denken te zetten.

Het lichtje in de verte is een roman die je op verschillende manieren kunt lezen. Ik ben ervan overtuigd dat andere lezers er weer heel andere aspecten in zullen herkennen dan ik heb gedaan. Maar ik ben er ook zeker van dat de meeste lezers het met mij eens zullen zijn dat deze roman een echte aanrader is.

Veel leesplezier!

theonlymrsjo

Mijn grote dank gaat uit naar Uitgeverij Oevers voor het beschikbaar stellen van een leesexemplaar.

2 comments: On Het licht zien

Leave a reply:

Your email address will not be published.