Twee onder één kap

Vlak voordat ik een blogpost wilde schrijven over de roman Huisje boompje beest van Roos Schlikker (Atlas Contact) zag ik haar aan tafel bij Jeroen Pauw. Zij vertelde daar het verbijsterende relaas over het overlijden van haar moeder en met name de nasleep daarvan voor haar vader. Kort samengevat: haar moeder is overleden na een val van de trap. Een zogenaamd (ernstig) huis-, tuin- en keukenongeval. Voor een dergelijke situatie hebben wij dus in onze taal een simpele benaming. Desalniettemin blijkt het in de praktijk wat ingewikkelder te liggen: de vader van Schlikker werd namelijk verdacht van poging tot doodslag. Terwijl moeder in coma in het ziekenhuis lag, werd vader afgezonderd gehouden voor verhoor. Het klinkt als een aantrekkelijke plot voor een nieuwe roman, maar voor de familie Schlikker was het de keiharde werkelijkheid.

Door de manier waarop Roos Schlikker hierover weet te praten en te schrijven, kwam zij voor mij een beetje in een ander daglicht te staan. Ik had haar in een eerder stadium als weliswaar markante persoonlijkheid maar verder niet bijzonder invloedrijke auteur gekenmerkt. Inmiddels heeft zij voor mij meer dimensie gekregen.

En dat maakte het voor mij lastiger om deze blogpost te schrijven. Ik ben namelijk niet erg onder de indruk van Huisje boompje beest. Ik vind het passen in de lange rij populaire Nederlandstalige boeken, waarin de inhoudsloze hoofdpersonen weggelopen lijken te zijn uit de nieuwste Linda met een sausje Libelle en een hoog RTL Boulevard-gehalte. Met dit rijtje kwalificaties heb ik onmiddellijk het gevoel dat ik de schrijfster tekort doe. Maar tegelijkertijd beoordeel ik niet de schrijfster, maar deze specifieke roman.

Het verhaal is eenvoudig van aard: in een moderne Vinex-wijk doen de buurtgenoten hun uiterste best om zo veel mogelijk binnen de kadertjes van het verwachtingspatroon te passen. Vooral niet opvallen, vooral geen eigen mening ventileren, vooral alles zo veel mogelijk relativeren, of beter nog: nivelleren. En dat terwijl er toch meer dan genoeg bijzondere gebeurtenissen zijn. Daarnaast heeft elke buurtgenoot wel een steekje los of juist te vast. In ieder geval komt steeds meer naar voren dat ieder zo zijn of haar eigen geheimpjes heeft. En als klap op de vuurpijl komt er een nieuwe bewoner in de wijk. Die buurman maakt de tongen los, er ontstaan allerlei verdenkingen en er is maar een klein vonkje nodig om de boel in vuur en vlam te zetten.

Het “allerschoonste stoepie” blijkt nog steeds een groot trotsmakend ideaal te zijn. Er wordt hard gewerkt en eigen meningen en wensen verdoezeld om dat ideaal te bereiken. Of in ieder geval voor de buren te laten voorkomen dat het ideaal bereikt is of nochtans binnen bereik ligt. Ik vroeg mij voortdurend af of Roos Schlikker zich in een dergelijke buurt en omgeving thuisvoelt of dat deze roman een prachtige manier is om iedereen eens even lekker op de hak te nemen. Door de herkenbaarheid van de personages zijn sommige passages uiteraard hilarisch. Schlikker heeft een vlotte, makkelijk leesbare schrijfstijl. Je vliegt door het boek heen. Het is modern, eigentijds, maar zonder enige diepgang. En dat vind ik persoonlijk toch een beetje jammer.

Het moderne en eigentijdse komt ook duidelijk naar voren in een andere roman die ik nog niet zo heel lang geleden heb gelezen: Woensdag van Mathijs Duyck (WPG Uitgevers). Ook daarin jonge mensen (nog net een generatie jonger dan de hoofdpersonen van Schlikker) met hun eigenaardigheden en hun absolute hang naar ergens bij willen horen. Maar het grote verschil tussen Woensdag en Huisje boompje beest is dat in Woensdag uiteindelijk vriend/paljas Hans tijdens een optreden genadeloos de vriendengroep, de mensheid en de maatschappij fileert tot op het bot. Als lezer voel jij je bijna zelf aangesproken. En of je het nu wel of niet op alle punten eens bent met zijn betoog, door de manier waarop Mathijs Duyck dit via Hans verwoordt word je aangezet tot zelf nadenken.

In Huisje boompje beest zijn er meerdere gebeurtenissen en levenservaringen die een verdieping van het verhaal of toch op z’n minst één van de karakters zou rechtvaardigen. Bijvoorbeeld personage Petunia: een zwerver die met een bloempot (met inhoud) op zijn hoofd bij het winkelcentrum op zijn manier het verkeer staat te regelen. Deze Petunia heeft een eigen kijk op mensen en de wereld. Op het moment dat je het gevoel krijgt dat de wijsheden van Petunia kunnen overslaan op Joris, verdwijnt hij al weer uit beeld. Zelfs het thema “beest” dat misschien wel meerdere lagen zou kunnen hebben, komt in het boek niet echt uit de verf.

Al met al heb ik op zich een paar uurtjes vermaak gehad met deze roman, maar met mijn hang naar “moeilijke” boeken bracht het mij net wat te weinig. Het was mij allemaal net wat te simplistisch. In mijn huidige leef- en werkomstandigheden is het vaak echt zoeken naar leestijd. In die schaarse tijd ben ik zelf dan liever met een ander soort boeken bezig. Maar dat blijft het fijne van boeken en lezen: er is voor ieder wat wils. Dus óp naar de volgende leeservaring 🙂

Veel leesplezier!

theonlymrsjo

Uiteraard gaat mijn dank uit naar Uitgeverij Atlas Contact voor het beschikbaar stellen van een leesexemplaar.

2 comments: On Twee onder één kap

Leave a reply:

Your email address will not be published.