Afwisseling van spijs ………… doet lezen

“Ha ha ha, hij is er weer,

de Sint die doet het keer op keer.

Het was echter weer wat laat

en dus waren niet alle letters meer op voorraad”

Zo begint bij ons al jarenlang het traditionele gedicht bij de voor iedereen klaarliggende chocoladeletter tijdens het Sinterklaasfeest. Omdat we inmiddels dit gedicht volledig uit het hoofd kunnen opzeggen, varieert “de Sint” af en toe toch net een beetje in de vervolgtekst om ons scherp te houden 🙂

Overigens geldt tijdens de Sinterklaasavondviering de regel dat bij elk presentje een gedicht hoort. In deze tijd van het jaar is het dus een gerijm van jewelste. Dat alles leidt tot een bijzonder gezellige familie-avond met veel pret en hilariteit, maar deze vorm van rijmelarij heeft natuurlijk in de verste verte niets te maken met poëzie.

Het lezen van poëzie hoort niet tot mijn gebruikelijke activiteiten. Mijn vader daarentegen, hing zo ongeveer van de gedichten aan elkaar. Hij declameerde op willekeurig welk moment uit zijn hoofd gedichten in het Nederlands, Engels Frans of Duits. Ik heb daar dierbare herinneringen aan, maar zelf weet ik weinig van poëzie. En dat maakt dat ik ook niet goed weet waar ik moet beginnen om daarin verandering aan te brengen.

Ziedaar de toegevoegde waarde van mijn lidmaatschap van de bloggersleesclub Een perfecte dag voor literatuur! Want voor vandaag staat op de planning om in deze blogpost aandacht te besteden aan de nieuwste bundel van Thomas Möhlmann: Waar we wonen (Prometheus).

Als ongeoefende poëzielezer wist ik niet goed wat ik van de deze bundel kon verwachten. Dus ben ik maar gewoon begonnen met lezen. En daarna heb ik het nog een keer gelezen, of eigenlijk: heb ik het hardop voorgelezen aan manlief. Het voorlezen van de gedichten maakte het voor mij duidelijker “waar ik moest ademhalen” en hoe de zinnen in elkaar overlopen en soms juist een overgang betekenen. Het is bijzonder om te merken dat met zo weinig woorden zo veel gezegd, zo veel in beeld gebracht kan worden. Het vereist ook wel enige inspanning om dat beeld voor ogen te krijgen. Bij het ene gedicht gaat dat makkelijker dan bij het andere. De bundel bestaat uit een serie gedichten, die met elkaar samenhangen maar ook los van elkaar gelezen kunnen worden.

Hoewel het niet mijn gewoonte is om in mijn blogartikel een quote uit een gelezen boek/bundel op te nemen, vind ik het in dit geval bijna niet te vermijden om in ieder geval één gedicht aan te halen. Ik kies hier bewust voor een toegankelijke omdat ik graag wil laten zien dat poëzie niet “eng” (want onbekend en anders) hoeft te zijn. Het gaat om Uiteindelijk:

Uiteindelijk schiet je er niet veel mee op

sterven voor je dertigste, ook niet

als je wonderlijk mooie gedichten schrijft

ook die schieten er niet veel mee op

je kunt net zo goed nog even blijven

wie weet nog een paar keer op goed geluk

de juiste woorden precies op de juiste plek leggen

uit ieder buitenland een ander speelgoed mee

naar huis, je zoon zelf nog de pyjamabroek

weer om de billen trekken na de laatste plas

voor het slapengaan, de eerste zijn die hem

buiten een splinter uit zijn vinger trekt, de eerste

om hem te vertellen dat hij een zusje krijgt, ook

haar lang genoeg tegen alle dokters en haaien

van de wereld beschermen, ze allebei oud en sterk

genoeg laten worden om je later samen te begraven.

In mijn plaatselijke openbare bibliotheek kwam ik een boekje tegen met de intrigerende titel “Ze vraagt: is dit je kamer”. In korte en soms zelfs ultrakorte verhalen schetst Harm Hendrik Ten Napel een beeld van zijn wereld. Hij doet dat op een bijna abstracte wijze, waarbij de verteller af en toe een herkenbare, (laat-) puberale manier van reageren heeft. Een wonderlijke combinatie van levenslust en worsteling met de zwaarte van ons bestaan.  Als voorbeeld voor de beeldende manier van schrijven haal ik hier het verhaal Allernaaktst aan:

“Hij was het allernaaktst toen hij in zijn eigen boxers maar in een vreemde keuken ontdekte dat twee blauwe kattenogen niet stopten met staren.”

Door zijn woordgebruik en zinswendingen lijken zijn verhalen voor mij ook bijna poëzie! En ook hier is het bewust lezen een pré. Lees je te snel, dan loop je vast in de zinnen en ontgaat je de bedoeling. Het was voor mij nieuw om te ontdekken dat poëzie en verhalen zo dicht tegen elkaar aan kunnen liggen. Dat maakt de brug naar poëzie duidelijker en minder “eng”. Het zou dus zo maar eens kunnen dat ik vaker gedichten (en korte verhalen) ga lezen. De verhalenbundel is overigens uitgegeven bij Lemniscaat.

Al met al dus nieuwe verfrissende ontdekkingen. Voor mij in ieder geval en ik zou het fantastisch vinden als je je door deze blogpost aangemoedigd voelt om ook eens buiten je eigen comfortzone te treden! De bundels van Möhlmann en Ten Napel kunnen daarbij een prima springplank zijn.

Veel leesplezier!

theonlymrsjo

Als je nieuwsgierig bent naar wat andere bloggers over de gedichtenbundel van Möhlmann schrijven, klik dan HIER.

En ja, zowel de gedichtenbundel als de verhalenbundel telt mee voor de Ik-lees-Nederlands-2013-uitdaging!

 

3 comments: On Afwisseling van spijs ………… doet lezen

Leave a reply:

Your email address will not be published.