Het is niet stil aan de overkant

Een heel enkele keer pak ik er tijdens het lezen een woordenboek bij. Dan komt er een niet-alledaags woord voorbij dat ik niet ken. Meestal is de betekenis van het woord wel uit het zinsverband op te maken, maar soms wil je het gewoon zeker weten. Maar dit keer heb ik zelfs de Schrijfwijzer van Jan Renkema erbij gepakt, een informatieve uitgave over de Nederlandse taal (Boom uitgevers). Waarom dit nodig was? Omdat ik een roman las waarin termen zoals zelfstandig werkwoord, bijwoord en met name het bijvoeglijk naamwoord in een soort woordgevecht worden ingezet.

Dat woordgevecht is onderdeel van de gesprekken tussen een moeder en haar 16-jarige zoon.  Niets vreemds aan, zou je denken. Behalve dan dat deze zoon door zelfmoord om het leven is gekomen. De gesprekken komen daarom over als een methode van de moeder om die zelfmoord van haar zoon enigszins te begrijpen of op zijn minst weer wat vat op haar eigen leven te krijgen. Ik heb het hier over de bijzondere roman Waar geen reden is van Yiyun Li (Uitgeverij Nieuw Amsterdam).

De gesprekken tussen moeder en zoon Nikolai hebben een filosofisch en verkennend karakter. Moeder probeert haar zoon te verleiden om meer te vertellen over het “daar” en toch ook wel over het waarom. Zij doet dit op een hele lieve, respectvolle manier, zonder verwijten en zonder boosheid. Maar natuurlijk spat het verdriet van de pagina’s, het onherroepelijke en onomkeerbare van de situatie dreunt door in de zinnen. Tegelijkertijd vertelt zij over alledaagse zaken zoals de veranderingen in haar woonomgeving en het veranderen van de seizoenen, waardoor de keiharde realiteit duidelijk wordt dat de wereld toch door blijft draaien.

In de heen en weer kaatsende gesprekken komt vaak de positie van het bijvoeglijk naamwoord aan de orde (een bijvoeglijk naamwoord is een woord dat een eigenschap of toestand van een ander woord benoemt). Op de vraag waarom Nikolai zo’n hekel daaraan heeft, komt als reactie dat hij een hekel heeft aan alles wat oordelend is. Hij vindt bijvoeglijke naamwoorden vooringenomen woorden “Lang, kort. Levend, dood. Jong, oud. Zelfs het eenvoudigste bijvoeglijk naamwoord claimt dat recht om te oordelen.” (p. 59). Oordelen, beoordelen, veroordelen, dat lijken toch wel thema’s waarmee hij in zijn korte leven heeft moeten omgaan.

Tijdens het lezen moest ik denken aan de verhalen uit Voordat de koffie koud wordt van Toshikazu Kawaguchi (Uitgeverij Meulenhoff). In een café ergens in een kelder in Tokyo geeft één stoel de mogelijkheid om in de tijd te reizen. Aan zo’n reis zijn strenge regels verbonden, zoals dat je moet terugkeren naar het nu voordat het voor jou ingeschonken kopje koffie koud is. Een andere zeer belangrijke regel is dat je niets aan de feitelijke situatie kunt veranderen, je kunt niet ingrijpen in de loop van de geschiedenis.

Met die laatste regel zou je kunnen menen dat zo’n tijdreis geen enkel nut heeft. Mocht je al spijt hebben over iets wat je wel of juist niet hebt gedaan, daar kun je toch niets meer aan veranderen. Maar uit de (met elkaar samenhangende) verhalen blijkt dat dit toch anders wordt ervaren. Door terug te gaan naar een bepaalde situatie kun je misschien iets meer over het hoe en waarom te weten komen, waardoor je het heden net iets beter kunt accepteren. Ik vond dit een bijzonder, verrassend boekje.

In Waar geen reden is had ik ook het gevoel dat moeder probeert bepaalde situaties weer op te roepen om met de antwoorden en reacties van haar zoon op die omstandigheden, een beter te bevatten geheel te krijgen. Je zou echt wensen dat zij dit woordensteekspel en plagerijtjes nog echt met Nikolai had kunnen voeren. De roman is zeker geen eenvoudige tranentrekker, het geeft eerder het gevoel van een knoop in je maag. Ik kon haar machteloosheid echt voelen, evenals haar verdriet dat zij al pratend en uitlokkend probeert te rationaliseren en kanaliseren.

Het is tegenstrijdig en logisch tegelijk: je kúnt (volgens de gangbare opvattingen 🙂 ) helemaal niet met een overledene praten en toch komt het in deze roman over als een reëel aanvoelende mogelijkheid. Dat gevoel kreeg ik ook bij Dingen die we toevertrouwen aan de wind van Laura Imai Messina (A.W. Bruna), over een telefooncel ergens in Japan waar mensen van heinde en verre naartoe komen om te bellen. Die telefoon is echter helemaal niet aangesloten en sommige mensen “praten” daar met dierbaren die hen ontvallen zijn door verschillende omstandigheden. En toch zorgt deze telefooncel voor een kans om door te kunnen leven, om een situatie te kunnen accepteren.

De moeder in de roman van Yiyun Li is schrijfster. Daarom zijn woorden ook zo belangrijk voor haar. Het geeft haar een kader en houvast. Maar onvermijdelijk is de vraag hoe lang zij die gesprekken met haar zoon kan blijven volhouden. Dit is ook wel een beetje een “griezelige” vraag. Want zolang zij doorgaat, houdt zij haar zoon een beetje “in leven”. Dat zie je bijvoorbeeld ook in Tonio van A.F.Th. van der Heijden (Querido), gebaseerd op het overlijden van zijn zoon Tonio als gevolg van een verkeersongeval. Als je als schrijver concludeert dat je stopt en dat het boek af is, zeg je daarmee jouw kind dan voorgoed gedag? En kun jij het als ouder accepteren dat je jouw kind loslaat? Mooie, indrukwekkende vragen en een ieder zal die vragen weer net anders beantwoorden.

De moeder van Nikolai is fictie-schrijfster. Fictie betekent niet dat je gewoon maar wat verzint. Zoals zij zelf zegt (p.140): “Je moet daar leven, net zoals je hier moet leven.” Nikolai helpt zijn moeder een stapje verder door aan te geven dat hij nu zelf in fictie is, dat hij nu fictie is. Ik vrees dat Waar geen reden is niet voor een heel groot publiek een goed toegankelijke roman is, maar voor de liefhebbers van boeken die aanzetten tot mijmeren, nadenken en herkauwen is dit zeker een aanrader.

Veel leesplezier!

theonlymrsjo

Mijn dank gaat uiteraard uit naar Uitgeverij Nieuw Amsterdam voor het beschikbaar stellen van een leesexemplaar.

Leave a reply:

Your email address will not be published.