Kleurloze dagen op een kleurrijk eiland

Ik weet het niet. Ik weet simpelweg niet wat ik wil schrijven over De hemel is zwart vandaag van Ralf Mohren (Meulenhoff). Het lijkt op zijn vorige roman Tonic en toch is het ook weer heel anders. De hoofdpersoon heeft in beide romans dezelfde naam, Arthur Poolman. En in beide boeken is er sprake van een destructieve alcoholverslaving. Zelfs de schrijfstijl en opbouw zijn vergelijkbaar: Mohren springt voortdurend heen en weer in de tijd waardoor je als lezer soms al weet wat er gaat gebeuren en soms nog even “bijgepraat” moet worden. Ik vind dat een aantrekkelijke manier van schrijven.

Het feitelijke verhaal is zo verteld. De Nederlandse eind-twintiger Arthur solliciteert als leerkracht op Curaçao. Hij wordt aangenomen en begint daar ogenschijnlijk een nieuw leven. Hij komt al snel in de ban van drank, drugs en vrouwen. Dat doet zijn carrière en zijn persoonlijke ontwikkeling geen goed. Heel Curaçao is in rep en roer voor de naderende zonsverduistering. Het verhaal speelt zich namelijk eind jaren negentig af en op 26 februari 1998 is er sprake van een totale zonsverduistering. Arthur draait om meer dan één reden volledig door en vervolgens beschrijft hij of en zo ja hoe hij weer grip op zijn leven krijgt. Daar tussendoor loopt nog de verhaallijn van de gemankeerde relatie met zijn ouders. Aan het eind van de roman komen deze verhaallijnen weer samen. Eind goed, al goed? Dat moet je zelf maar beslissen als je deze roman leest.

Zoals jij misschien wel weet, ligt mijn focus zelden op het feitelijke verhaal. Ik moet achteraf vaak genoeg moeite doen om mij te herinneren wat er ook al weer in een boek gebeurde. Mijn beleving van een boek zit in mooie woorden, aaneengeregen tot zinnen die je nog eens en nog eens wilt lezen. In diepere gedachten die de ene keer meer dan een alinea beslaan en de andere keer naar voren komen uit een terloopse tussenzin. En in dat straatje past De hemel is zwart vandaag prima.

De kracht van deze roman zit wat mij betreft in een aantal patronen en gedachten van Arthur. Hij doet nimmer aflatende pogingen om grip te krijgen op “de” situatie. Hij maakt schema’s en voornemens en als de werkelijkheid dan toch weer iets anders gaat dan het schema of het voornemen, past hij dat vol overgave aan. Op een heel ander niveau zag ik dat patroon bij mijzelf: als studente bijvoorbeeld was ik de meeste tijd kwijt aan het steeds weer herberekenen hoelang ik over het doornemen van een bepaald studieboek zou doen. Ik begon vaak fanatiek en maakte dan een rekensommetje hoe snel ik klaar zou zijn. Daardoor had ik meteen vertraging en moest ik een nieuwe berekening maken. Snap je? En ik bleef volhouden dat ik constructief en efficiënt bezig was 🙂 Gelukkig was de schade voor mij vele malen minder dan de schade die Arthur oploopt.

Een ander terugkerend thema is de relatie met zijn ouders en dan met name met zijn vader. Eigenlijk weten zij heel goed van elkaar hoe de vork in de steel steekt, maar zij draaien er steeds om heen. De pijn die het doet om contact te hebben én de pijn die het doet om geen regelmatig contact te hebben springt van de bladzijden af.

De schrijfstijl van Mohren lijkt net als in Tonic heel simpel en eigentijds, goed leesbaar. Maar juist onder die concrete, niet-afstandelijke woorden zonder opsmuk zit een onderstroom van energie, emoties, vertwijfeling en eenzaamheid. Het zichtbare leven van Arthur is voor mij niet altijd te begrijpen. Waarom zou je jouw leven en gezondheid keer op keer in gevaar brengen? Het onzichtbare zielenleven maakt de persoon tot een echt mens, met alle nukken en grillen die bij het leven horen. Het is een aantrekkelijke mix van het tijdloze thema over persoonlijke ontwikkeling in een relatief eigentijdse setting (relatief eigentijds, want 1998 is inmiddels ook al weer bijna 20 jaar geleden!).

En ondanks alle overeenkomsten tussen de twee romans van Mohren, zijn het twee totaal verschillende boeken geworden. Waar het in Tonic naar mijn mening echt gericht was op de ups and downs van het erkennen en daarna onder controle krijgen van een (alcohol)verslaving, gaat het in De hemel is zwart vandaag een behoorlijke stap verder en gaat het ook om verhoudingen binnen een familie, het wel of juist niet volwaardig kunnen opgroeien en een eigen plek kunnen veroveren in de wereld. Wat maakt iemand ontvankelijk voor een verslaving en waarom komt de één wel en de ander niet in een depressie terecht? En hoe kun je iemand bereiken en helpen, als die persoon in een depressie verkeert? Heel veel aanknopingspunten voor een blogpost, dus. Vandaar mijn verzuchting aan het begin.

Het gebeurt mij wel vaker dat ik in een boek verwijzingen naar andere schrijvers tegenkom en dat daarmee mijn interesse is gewekt. Zo kwam ik via Het universum tegen Alex Woods (van Gavin Extence, uitgegeven bij Prometheus) eindelijk op het spoor van Kurt Vonnegut. En in de roman van Mohren schrijft de hoofdpersoon een aantal brieven aan Tip Marugg, een auteur die een door alcoholdampen beneveld kluizenaarsbestaan op Curaçao leeft. Dit blijkt een echt bestaande persoon te zijn en een aantal van zijn werken (waaronder De morgen loeit weer aan, in 2014 opnieuw uitgegeven bij De Bezige Bij) is via de openbare bibliotheek te leen. Het zou zo maar eens kunnen dat ik iets van hem ga lezen. Dat geeft dan een extra staartje aan de roman van Mohren.

Veel leesplezier!

theonlymrsjo

Uiteraard gaat mijn hartelijke dank uit naar Uitgeverij Meulenhoff die mij een leesexemplaar ter beschikking stelde.

 

Leave a reply:

Your email address will not be published.