Als (17e-eeuwse) moslim kielhalen en enteren

Vóórdat het concept te erg werd uitgekauwd en commercieel optimaal uitgebuit, heb ik af en toe best genoten van het karakter Jack Sparrow uit de Pirates of the Caribbean-films (en vooruit, ik vond het ook geen straf om naar acteur Johnny Depp te kijken 🙂 ). Waar de verhalen precies over gingen, ben ik vergeten, maar wat is blijven hangen is het spannende, avontuurlijke en toch ook romantische beeld van het piratenleven. Eigenlijk dacht ik er geen moment over na dat piraten als zodanig geen uitvinding van het filmdoek zijn, maar dat er jarenlang (zeg maar gerust eeuwenlang) overal ter wereld echte piraten en kapers hebben huisgehouden. En dat was zeker niet romantisch of begerenswaardig, wel gevaarlijk, bedreigend en ….. geaccepteerd.

Dat laatste blijkt duidelijk uit het boek van Arne Zuidhoek dat bij Uitgeverij de Brouwerij | Brainbooks is uitgegeven met de titel Jan Janszoon – Admiraal van Salé. En met als ondertitel De 17e-eeuwe moslimpiraat uit Haarlem.

Die ondertitel maakt al duidelijk dat Jan Janszoon uit Nederland afkomstig was. En dan is het best verrassend, in het Nederland van de 17e eeuw, dat hij moslim was. Al snel blijkt dat dit ook niet zo zeer heeft te maken met een diepgevoelde geloofsovertuiging, maar meer met het creëren van de juiste omstandigheden om te kunnen overleven, te kunnen werken en geld te kunnen verdienen. Dat geldt voor hem en voor vele tijd- en/of landgenoten van hem.

De piraten- of moslimnaam van Jan Janszoon is Moerad Reys. Ik kwam hem al tegen in De reizen van Ólafur Egilsson, het jubileumboek van dezelfde uitgeverij. Dat boek is namelijk de Nederlandse vertaling (van de Engelse vertaling van) het IJslandse verhaal van dominee Egilsson die met een groot aantal andere personen werd ontvoerd en afgevoerd naar Noord-Afrika. Dit boek van Arne Zuidhoek is dan ook een uitvloeisel van dit eerdere project van de uitgever. Zuidhoek heeft een indrukwekkende hoeveelheid publicaties op zijn naam staan over onder andere piraterij, de maritieme wereld en islamitische samenlevingen.

In het boek van Zuidhoek vond ik het ronduit onthutsend en verbijsterend om te lezen hoe goed en strak alles was georganiseerd. Het was een heuse bedrijfstak, een belangrijke schakel in de economie op grote schaal. En dat het dan toevallig om mensenhandel en slavernij ging, maakte destijds niet veel indruk. Er waren duidelijke afspraken over het verdelen van de gekaapte “buit” en ontvoerde personen werden in categorieën naar bruikbaarheid ingedeeld en verhandeld. Veel speelt zich af in Noord-Afrika (de regio van ondermeer het huidige Marokko en Algerije), in die tijd simpelweg aangeduid als Barbarije, maar het ging om een wijdverbreid netwerk van contacten en handelsakkoorden. Het was heel vanzelfsprekend om vanuit Barbarije overeenkomsten te sluiten met landen naar alle windstreken (waaronder ook Nederland). Het gooit mijn idee dat de wereld destijds veel kleiner was dan in onze huidige tijd, overhoop. Zonder vliegtuigen, internet en mobiele telefoon zou ik denken dat het leven zich afspeelde binnen een kleine straal vanaf iemands woonplaats. Dat zal waarschijnlijk ook voor velen zo zijn geweest, maar juist door de zeevaart was het ook mogelijk om over grote delen van de wereld te heersen en overeenkomsten te sluiten. Fascinerend om hierover te lezen.

Het is trouwens niet nieuw voor mij, om te ontdekken hoe de zakelijke en financiële wereld van vorige generaties functioneerde en hoe er met mensen als werkkapitaal werd omgegaan. Nog niet zo lang geleden las ik bijvoorbeeld in De gast uit het Rifgebergte van Khalid Mourigh (Uitgeverij Cossee) over zijn Marokkaanse familie en de ervaring van zijn grootvader als gastarbeider in Nederland. In dat boek viel mij ook al op hoeveel “wereldjes” en pseudo-koninkrijkjes in de grotere organisatie van een land of werelddeel er bestaan. Grote bedrijven en invloedrijke organisaties gaan hun eigen gang, binnen en soms ook buiten de wettelijke lijntjes en kaders. Daar werd/wordt niet vanuit hogerhand op ingegrepen, maar als persoon, als burger kun je wel behoorlijk klem komen te zitten binnen die structuren. Ook opa Ali werd wel eens van hot naar her gestuurd en van het kastje naar de muur omdat de bedrijven waarvoor hij werkte of wilde werken hun eigen regeltjes voorschreven.

De 17e eeuw met roof, piraterij, kapingen, mensenhandel. Het klinkt als een anarchistische, individualistische insteek. Niets is minder waar. De praktijk van het kapen was door internationale maritieme wetten geaccepteerd. Er zijn concrete verschillen tussen zeeroof als oorlogsvloot, als kapers en als “echte” rovers, met daarbij horende legitimering of afstraffing. Volgens de wetten van de kaapvaart is er de nuancering roof en oorlog, tussen nationaliteiten en het oorlogsrecht. Vakjargon is bijna onvermijdelijke in een non-fictieboek. De renegaten, corsairs en reys vormden bij mij op een gegeven moment een beetje één grote brij. Daarom is het extra fijn dat in de epiloog toch nog wat termen en aanduidingen weer als een soort samenvatting voorbijkomen. In dat laatste deel kreeg ik de greep op het totaal weer terug.

Al met al vanuit geschiedkundig oogpunt een interessant boek waardoor wij in de moderne tijd beter snappen hoe die wereld toen fuctioneerde.

In het boek wordt het credo van Barbarije aangehaald: “de mens is de munt van Afrika, een geldbelegging – en de batestan (slavenmarkt) is de beurs” (p. 133). Het is tekenend voor toen. Maar laten wij onze ogen niet sluiten voor de moderne piraterij en kapingen. Het blijkt helaas nog steeds een effectieve methode om iets te kunnen afdwingen. Maar ik hoop toch wel dat in de tegenwoordige tijd de graad van organisatie en de mate van acceptatie vele malen lager liggen dan in die beruchte 17e eeuw.

Veel leesplezier!

theonlymrsjo

Mijn dank gaat uit naar Uitgeverij de Brouwerij | Brainbooks voor het beschikbaar stellen van een leesexemplaar!

Leave a reply:

Your email address will not be published.