Soms denk ik dat ik onder een steen leef. En dat terwijl ik mijzelf toch best bij de tijd vind. Ik weet van de wereldschokkende uitslag van het Brexit-referendum, ik ben op de hoogte welk voetballand zich de komende vier jaar Europees Kampioen mag noemen, ik heb geïnteresseerd gekeken naar de informatie over de Juno-expeditie naar Jupiter, ik heb verbijsterd gekeken naar de gebeurtenissen in Nice en ik kan (bijna) alle namen van onze ministers opsommen. Maar Ellen Deckwitz? Van haar had ik nog nooit gehoord.
Gelukkig is daarin nu verandering gekomen. Zij heeft namelijk een heel leuk boekje geschreven over poëzie met als titel Olijven moet je leren lezen, uitgeven bij Atlas Contact. Deze titel, met de ondertitel Een cursus genieten van poëzie, geeft al aan dat het hier gaat om een inspirerende aansporing om je niet te laten afschrikken door poëzie, maar juist de moeite te nemen om gedichten te leren lezen. Stap voor stap. Vanuit verschillende invalshoeken neemt zij de lezer mee in deze wereld.
Dit doet zij op een prettig leesbare, aansprekende manier en zo vanzelfsprekend dat je bij jezelf inderdaad denkt: waarom ook niet? Waarom zou ik niet de inspanning leveren om mij te verdiepen (en daarmee mogelijk te verliezen) in poëzie? Deckwitz waarschuwt in de inleiding dat poëzie méér kan betekenen en veroorzaken dan je vooraf verwacht. Bij deze waarschuwing wil ik nog toevoegen: in elk hoofdstuk geeft zij tips over gedichten, gedichtenbundels en bloemlezingen. Voor je het weet heb je een ellenlange lijst meegeschreven, omdat alles zo enthousiast wordt gebracht 🙂
Ik merk bij mijzelf dat het allerbelangrijkste ingrediënt om poëzie te kunnen lezen en waarderen, rust is. Als ik een roman lees, heb ik vaak een zekere gejaagdheid om dóór en dóór te lezen. Dit is natuurlijk ook wel afhankelijk van het genre. Een spannende thriller smeekt er als het ware om snel uitgelezen te worden, terwijl een zorgvuldig gestileerde roman ook in een rustiger tempo verwerkt kan worden. Maar in alle gevallen waarbij een verhaallijn de rode draad is, is dóórlezen bijna een automatisme. Dus als ik een gedichtenbundel in handen heb, moet ik mijzelf bewust beperkingen opleggen: niet meer dan 10 per dag (Deckwitz geeft hiervoor in hoofdstuk 11 over vakantieplannen en -invulling nog een hilarische onderbouwing). En herlezen is geen blijk van een slecht geheugen of concentratieverlies, nee, herlezen geeft juist een verdieping aan de ervaring.
Overigens had ik mijzelf voorgenomen dit boekje rustig, hoofdstuk voor hoofdstuk, te lezen. Net zoals Deckwitz ons doceert om te gaan met de hoeveelheid gedichten. Dit leek mij goed te passen bij mijn huidige onrustige periode, gezien mijn verhuizing en het door mijn man (met een beetje hulp van mij) uitrollen van het concept van Dutch Food School. Maar zij schrijft op een zo aanstekelijke manier, dat ik het boekje non-stop heb uitgelezen. Zij weet met een heel natuurlijk aandoende stijl, het consumeren van poëzie in te bedden in eigentijdse situaties.
Ik moest bij alle aansporingen van Deckwitz denken aan enkele boekjes die in mijn boekenkast terecht zijn gekomen uit de nalatenschap van mijn moeder. Het gaat hier om “Muze”-boekjes, verzamelbundeltjes gedichten die in de jaren ’50 zijn uitgegeven ter gelegenheid van de Boekenweek. Als ik het goed begrepen heb, betreft het niet de officiële boekenweekgeschenken, maar waren dit extra uitgaven ter stimulering van (relatief) jonge lezers. Ik heb echt geen idee of mijn moeder deze bundeltjes alleen maar verzamelde of dat zij ook serieus met de inhoud in de weer is geweest. Mijn moeder was zeer zeker een Echte Lezer, maar helaas is zij te jong overleden, over dit soort onderwerpen heb ik niet met haar kunnen praten. Ik koester simpelweg de gedachte dat mijn moeder een uitgebalanceerde, breed geïnteresseerde lezer was 🙂
Overigens was er even sprake van lichte paniek. Ik wist namelijk héél zeker dat ik de bundeltjes in een boekenverhuisdoos had gedaan, maar bij het uitpakken van de dozen kwam ik ze niet meer tegen! Gelukkig bleek er gewoon nóg een boekendoos verstopt in de gang te staan. Komt alles toch nog goed.
Olijven moet je leren lezen is zelf geen gedicht, maar er staan mooie, rake zinnen in. Dat maakt dit boek al aantrekkelijk om te lezen, dus zelfs als je tips en aansporingen volledig aan je voorbij laat gaan. Genoeg om over na te denken, zoals de constatering dat als ergens nog geen woord voor is, dit niet betekent dat we er niet over zouden moeten spreken. En spreken, met elkaar een gesprek aangaan, is iets heel anders dan het klakkeloos onze mening verkondigen en de wereld inslingeren.
Olijven moet je leren lezen is bij dezelfde uitgever verschenen als Wat we zien als we lezen van Peter Mendelsund. En hoewel het thema van dat boek mij zeker aanspreekt, vond ik persoonlijk de uitwerking niet zo geweldig. De poëzie-benadering van Deckwitz is naar mijn mening veel prettiger vormgegeven. Ook zij heeft (uiteraard) de neiging om af en toe wat belerend over te komen, maar al met al had ik daar geen last van. Ik vind het fijn om te constateren dat er nog steeds uitgeverijen zijn die ruimte en gelegenheid bieden aan dergelijke publicaties. Dat geeft een verbreding van de markt en de persoonlijke mogelijkheden tot verdere ontplooiing.
Hoe staat het met jouw beleving van poëzie? En ben jij door jouw ouders gestimuleerd in lezen of ben jij zelf de voorvechter binnen de familie? Ik hoor het graag.
Veel leesplezier!
theonlymrsjo
Mijn hartelijke dank gaat uiteraard uit naar Atlas Contact én naar Cathelijne Esser (http://www.notjustanybook.nl) die mij over dit boek tipte.
5 comments: On Waarom ook niet?
Ook ik heb enkele Muze bundeltjes in de kast staan. Misschien is het bij je moeder ook zo gegaan? Op de HBS raadde onze Nederlandse leraar aan er een te kopen. We hebben er in de klas over gesproken. Voor mij een nadere kennismaking met poëzie, na de versjes van Annie MG. Schmidt en naast de verplichte dichters van school (waarvan ik vooral de Tachtigers waardeerde). Ik ontdekte nieuwe namen. Ben de bundeltjes in de jaren daarna blijven kopen, ontdekte dat poezie het onzegbare voelbaar kon maken. Ook ik ben een echte lezer. Misschien heb ik je beetje antwoord kunnen geven op de vraag die je moeder had willen stellen. Ik hoop het maar. Sterkte met de verhuizing!
Dank voor je uitgebreide reactie, Jannie. Leuk om wat meer achtergrond over de Muze-reeks te krijgen. Mijn moeder was in de jaren ’50 geen scholiere meer, maar het kan natuurlijk goed zijn dat zij van vrienden of familieleden er over hoorde.
De verhuizing vordert gestaag, maar om het bedrijfsgedeelte operationeel te krijgen heeft nog wel wat voeten in de aarde.
Mooi he, en spannend nog steeds de nieuw stap.
Leuk dat het boek jou ook beviel. Ga je nu ook over poëzie bloggen of heb je dat al eens gedaan? Ik vind dat nog best lastig!
Die Muze-bundeltjes doen me denken aan de serie met de 100 beste gedichten, een boekje dat elk jaar wordt uitgebracht naar aanleiding van de VSB poëzieprijs. Die van 2016 heb ik gekocht en het helpt om je weg te vinden in wat er aan gedichtenbundels is uitgekomen het afgelopen jaar.
Ik heb al wel eens over poëzie een blogpost geschreven, maar zoals jij ook aangeeft is dat best lastig. Ik vind zelf dat het al gauw beetje overdreven en hoogdravend klinkt als ik over een gedicht of een bundel schrijft, terwijl dat helemaal niet mijn bedoeling is. Door Ellen Deckwitz heb ik nu wel het voornemen minder om gedichten heen te lopen. Sowieso is de tip over de VSB poëzie-bundel prettig.